Ben je op zoek naar een klein spelletje dat ook makkelijk mee te nemen is op vakantie? Wellicht is Regenwormen dan iets voor jou. Met dit korte, maar leuke spel heb je gegarandeerd een leuke avond met vrienden of familie. Regenwormen is voor twee tot en met zeven spelers. Wil je weten hoe je het spelletje speelt, maar kom je er met alleen niet uit? Lees dan deze eenvoudige uitleg voor beginners!
De voorbereidingen
Hoe speel je Regenwormen nou eigenlijk? Dit spel werkt heel eenvoudig en je hoeft amper wat voor te bereiden. In de doos zitten zestien stenen met de cijfers 21 tot en met 36; deze stenen worden op volgorde en op een rij neergelegd op tafel. Verder zijn er acht dobbelstenen die op tafel worden klaargelegd. Op de dobbelstenen staan de cijfers één tot en met vijf en een regenworm; deze is ook vijf punten waard. Bij Regenwormen mag de jongste speler beginnen. Je kunt na het klaarleggen van de stenen en de dobbelstenen direct van start!
Het doel van het spel
Het doel van Regenwormen is het verzamelen van zoveel mogelijk punten. Je kunt punten verdienen door met je worp een zo hoog mogelijk aantal ogen en regenwormen te gooien en de steen in je bezit te nemen met het corresponderende aantal dat je hebt gegooid. Op de stenen staan, naast het getal, ook regenwormen. Dit zijn er één, twee, drie of vier. Dus hoe hoger het aantal punten dat je met je worp behaalt, hoe meer regenwormen je bezit. Het aantal regenwormen op de stenen bij elkaar opgeteld is je score. Het hoeft dus niet zo te zijn dat degene met het meeste aantal stenen voor zich, automatisch het spel ook wint.
Een speelbeurt
De speler die aan de beurt is, gooit met alle acht de dobbelstenen. Na elke worp moet hij een aantal dobbelstenen apart leggen die hij bewaart. De dobbelstenen die apart worden gehouden, mogen alleen hetzelfde cijfer hebben en niet eerder tijdens de beurt apart zijn gelegd. Bijvoorbeeld: tijdens de eerste worp heeft de speler twee regenwormen gegooid, drie vijven, een vier, een twee en een één. Omdat het doel van het spel is om de meeste punten te behalen, moet je tactisch te werk gaan. Je krijgt alleen de punten van het aantal ogen dat je hebt gegooid na één of meerdere worpen, indien hier minimaal één dobbelsteen met een regenworm bij zit.
In bovengenoemd voorbeeld kun je er dus het beste voor kiezen om de twee regenwormen of drie vijven apart te leggen en daarna met de overige dobbelstenen opnieuw te werpen. Beide zijn vijf punten per stuk waard. Leg je de twee regenwormen apart, dan probeer je je score verder op te halen door bijvoorbeeld vijven of vieren te gooien. Je bent in ieder geval al redelijk verzekerd van een steen doordat je al twee regenwormen apart hebt liggen en de score alleen nog maar hoeft op te halen met andere cijfers. Waarom niet helemaal? Je moet natuurlijk proberen om minimaal een score van 21 punten te krijgen, omdat dat de laagste steen is. Gooi je dus in de tweede worp zes enen, dan is je worp mislukt omdat je maar een score hebt van 16 en je geen dobbelstenen meer hebt om verder te gooien.
Daarnaast mag je niet vaker dan éénmaal dobbelstenen met een bepaald cijfer apart leggen. Heb je dus na twee worpen al twee regenwormen en vier vieren liggen, dan heb je nog maar twee dobbelstenen over en is de kans aanwezig dat je tijdens de derde worp nogmaals een regenworm en een vier, twee regenwormen of twee vieren gooit. In dat geval is je beurt direct voorbij en ontvang je geen punten. De steen met de hoogste score die op tafel ligt, moet worden opgedraaid en kan zo niet meer worden gepakt. Had je zelf al stenen in je bezit? Dan moet je de bovenste steen van je stapeltje ook terug in de rij op tafel leggen.
Het kan tevens voorkomen dat je wel een mooie score behaalt van minimaal 21 punten, maar dat de steen met de betreffende score al door iemand is gepakt. Als deze steen bovenop ligt op iemands stapel, dan mag je deze stelen! Ligt de steen bij niemand boven op de stapel of kies je ervoor om de steen niet te stelen, dan mag je ook de beschikbare steen van tafel pakken met een getal lager dan jouw behaalde score.